zurück

HOME | Pressespiegel
16.03.2009 | Ponto Magazine | Jenda Terpstra

Dat zal ik mijn eigen dochter niet aandoen

Vrouwenbesnijdenis in Koerdisch Irak

Jenda Terpstra, Suleimaniya

Als Wadi, een vrouwenrechten organisatie, in 2007 met schokkende cijfers over vrouwenbesnijdenis in het Iraaks Koerdistan komt, wordt met name door intellectuelen en politici met ongeloof gereageerd. Vrouwenbesnijdenis is ook in Koerdistan een wijdverspreid praktijk. Jenda Terpstra vergezelt een voorlichtingscampagne naar een Koerdisch dorp.

De geur van zoete thee vult het lemen huis waar vrouwen van verschillende generaties plaatsnemen op de tapijten. Ze zijn in een klein dorpje niet ver van Chamchamal in het Koerdische deel van Irak samengekomen om te praten over vrouwenbesnijdenis.

Voor het gele lemen huis zit een moeder met haar zoontje. Ze knippert tegen de zon, herschikt haar hoofddoek en komt overeind. Haar zoontje klampt zich vast en verstopt zich in de plooien van haar lange jurk. Achter de poort spelen twee meisjes op het erf. Zwaluwen vliegen laag over de graszoden daken. De stilte in dit door bergen omgeven dorp is overweldigend. Het wachten is op de andere vrouwen. Als zij aan komen lopen, stuift het gele zand op onder hun voeten.

Twee Koerdische medewerksters van de Duitse ngo Wadi komen naar het dorp om voorlichting te geven over vrouwenbesnijdenis. Hoewel het lange tijd een taboe was, wordt er steeds openlijker over gesproken, mede dankzij de campagne die Wadi samen met de Koerdische media voert.

Ontdekking

Wadi begon in Koerdistan als organisatie die opkwam voor de rechten van vrouwen. In hun strijd tegen taboes rond seksualiteit ontdekte ze dat vrouwenbesnijdenis hier een wijdverspreid gebruik was. Het grootschalig onderzoek dat in 2007 werd gehouden leidde tot schokkende cijfers. Tussen de 60 en 95 procent van de meisjes bleek besneden te zijn in de provincies Suleymaniya, Erbil, Pishder, Germian, Soran en Kirkuk. Tot dan toe werd aangenomen dat vrouwenbesnijdenis voornamelijk een probleem was in Afrika.

Vrouwenbesnijdenis, ook wel FGM (Female Genital Mutilation) genoemd, wordt internationaal gezien als een schending van mensenrechten. Amnestie beschouwt het als 'een ernstige inbreuk op het recht van vrouwen en meisjes op lichamelijke en geestelijke onschendbaarheid.' Unicef, Human Rights Watch en vele andere organisaties veroordelen besnijdenis als 'een van de ergste vormen van fysiek en psychisch geweld tegen vrouwen'. Desondanks is het een veel voorkomend fenomeen.

Voorlichting

De vrouwen uit het Koerdische dorp kennen de campagne tegen vrouwenbesnijdenis van tv en willen graag over het onderwerp praten. Een oude, tandenloze vrouw neemt het woord. 'Ik vind het goed dat er openlijk over besnijdenis wordt gesproken', zegt ze. 'Besnijdenis brengt zoveel problemen met zich mee. Het is slecht voor het huwelijk en slecht voor het lichaam van een vrouw.' De andere vrouwen knikken instemmend.

In de film die wordt getoond legt een imam uit dat besnijdenis niet door de Koran wordt voorgeschreven. Dit is nieuw voor veel vrouwen, aangezien religieuze leiders het gebruik vaak aanmoedigen of zelfs verplichten. Vervolgens legt een vrouwelijke arts in de film uit wat voor consequenties besnijdenis heeft. De meeste meisjes worden besneden wanneer zij tussen de 4 en 12 jaar oud zijn. Zonder verdoving wordt de clitoris in zijn geheel of gedeeltelijk weggesneden. De gevolgen van deze operaties zijn groot. Vaak gebeurt het onder onhygienische omstandigheden en wordt het uitgevoerd met een schaar, een mesje of een ander scherp voorwerp. Meisjes bloeden soms dood of sterven door een infectie. Andere vrouwen worden onvruchtbaar. Naast de lichamelijke gevolgen, houden veel meisjes een trauma over aan deze gebeurtenis. Bovendien heeft het grote gevolgen in het huwelijk. Vrouwen hebben vaak problemen met seksueel contact en kunnen er niet van genieten. Volgens Wadi-directeur Thomas von der Osten-Sacken stranden hier veel huwelijken door.

Banaz Ibrahim weet het nog goed. Ze was vijf jaar oud toen ze werd besneden. Ze herinnert zich de pijn en het bloeden dat niet stopte. Zelf is ze nu moeder van twee kinderen. Ze kent de campagne tegen vrouwenbesnijdenis. Haar dochter zal deze verminking worden bespaard. 'Hoe kan ik het leed dat ik heb gehad mijn eigen dochter aandoen?', zegt ze.

Bewustwording

'Het woord besnijdenis is veel te neutraal en houdt geenszins verband met het geweld dat meisjes wordt aangedaan", vindt Von der Osten-Sacken. 'In deze campagne zijn woorden wapens. Door het begrip genitale verminking te gebruiken, worden mensen bewust gemaakt dat het gaat om mensonterende praktijken.'

In 2007 werd een petitie ingediend bij het parlement om vrouwenbesnijdenis te stoppen. De Koerdische minister van Gezondheid heeft het probleem inmiddels erkend. Er ligt nu een concept om een commissie samen te stellen waarin de Koerdische ministeries van Gezondheidszorg, Onderwijs, Religie en Justitie gaan samenwerken om vrouwenbesnijdenis te bestrijden. Maar er is nog een lange weg te gaan. Want een wet die vrouwenbesnijdenis verbiedt, is er nog niet.

Stara Arif, journaliste bij de krant Rozhnama, is sceptisch over de vooruitgang. 'Het parlement blijft vrouwenzaken naar het einde van de agenda schuiven. Dit gebeurt ook met de wet tegen vrouwenbesnijdenis. Als er al over wordt gesproken binnen het parlement, wordt er geen beslissing genomen. Het enige dat gebeurt, is dat ministers de buitenwereld vertellen dat ze erover praten. Zo geven zij het beeld dat het goed gesteld is met de mensenrechten in Koerdistan.'

De vrouwen in het dorp zijn in elk geval blij met de veranderingen. De taboe rond vrouwenbesnijdenis wordt langzaam doorbroken. Oude tradities kunnen veranderen, al gaat het vaak langzamer dan men wil.


© Ponto Magazine, 16.03.2009


WADI e.V. | tel.: (+49) 069-57002440 | fax (+49) 069-57002444
http://www.wadinet.de
| e-mail: